Woedend loopt Thomas met zijn natte tas naar het wiskundelokaal. Het was afgelopen week eindelijk een beetje te doen op school en nu hadden ze hem weer te pakken gehad. Hoe moest hij nou schrijven in natte en naar koffie stinkende schriften? In de klas gaat Thomas alleen aan een tafeltje zitten en hij werpt Robert een boze blik toe. Als meneer Boom binnenkomt, loopt er een grote stoere jongen achter hem aan. Hij heeft een bril, sproeten en cool rood haar. `Jongens en meisjes, dit is Bert. Hij komt nieuw bij jullie in de klas`, stelt Boom de nieuwe jongen voor. Meteen roept Robert door de klas: `Waar is Ernie?' 'Bert komt van een andere school, hij is verhuisd en deze school leek hem leuk`, zo gaat Boom onverstoorbaar verder. De klas bekijkt Bert, zegt hem gedag en dan start Boom met de les. Bert gaat op het enige lege plekje naast Thomas zitten. `Open je boeken op bladzijde 134`, zegt Boom met zijn luide stem.
Thomas haalt zijn boeken uit zijn tas. Ze zijn nog nat van de koffie. `Huh, waarom zijn jouw boeken zo nat?`, vraagt Bert aan zijn nieuwe buurman. `Robert had me weer een keer te pakken en heeft een beker koffie in mijn tas leeggegoten. Ik word er gek van.` `Stil`, roept Boom. `Wil je misschien een blaadje van mij lenen en in mijn boek meekijken`, vraagt Bert vriendelijk. Thomas is blij verrast dat Bert aardig tegen hem doet. Dat is hij niet gewend. Boom vertelt dat er over een week een grote wiskundewedstrijd is voor alle scholen uit de stad. `De wedstrijd wordt bij ons op school gehouden en je werkt in tweetallen aan een ingewikkelde wiskundige opgave. Het winnende duo mag met de hele klas naar een pretpark naar keuze`, legt Boom enthousiast uit.
Hij vraagt meteen wie er mee wil doen. Thomas is altijd al goed in wiskunde geweest en hij vraagt Bert of hij ook mee wil doen. `Het lijkt me leuk om samen aan de wedstrijd mee te doen. Op mijn oude school deden ze dat nooit`, antwoordt Bert. Meneer Boom schrijft alle namen op het bord. Samen met Bert en Thomas zijn er nog twee andere groepjes die mee willen doen. Een week later loopt Thomas de school binnen. Bert staat hem al op te wachten. `Heb je ook zo’n zin in de wedstrijd`, vraagt Thomas. `Ja, héél erg`, zegt Bert en samen lopen ze naar het wedstrijdlokaal. Daar staan al veel groepjes van andere scholen te wachten. Elk groepje krijgt de opgaven en een antwoordblad. De opgaven zijn heel pittig maar door goed overleg komen ze er met z’n tweeën wel doorheen. Als ze klaar zijn met de toets leveren ze het antwoordblad in en gaan naar de volgende les.
In de gang staat Robert ze op te wachten. `Ging de watjestoets goed, Bert en Ernie?` Er lachen een paar klasgenoten, de meerderheid zwijgt. De twee trekken zich er niets van aan. Ze zijn nog druk aan het praten over de wedstrijd. De volgende dag tijdens de pauze wordt de uitslag in de kantine bekendgemaakt. Boom staat met een brede lach voor de groep. `Jongens, alle toetsen zijn nagekeken`, vertelt hij. `In deze envelop zit de uitslag.` Alle kinderen roffelen met hun vuisten op tafel. Boom opent de envelop en haalt langzaam het papier eruit. `De winnaars zijn Bert en Thomas van het Stedelijk Lyceum`, vertelt Boom trots. Iedereen juicht en de klas feliciteert Bert en Thomas.
Ze willen natuurlijk allemaal weten welk pretpark Thomas en Bert kiezen voor het uitstapje met de klas. Dat is niet moeilijk, ze zijn beide nog nooit in Walibi World in Flevoland geweest. Robert kan het niet nalaten om een rotopmerking te maken. `Moeten jullie niet naar een kleuterpark? Die achtbanen zijn toch veel te eng voor Bert en Ernie.` Als Boom dat hoort, wordt hij woedend. Robert moet zich direct melden bij de conrector. Hij mag ook niet mee naar Walibi. In plaats daarvan moet hij klusjes doen voor de conciërge. De hele klas juicht, behalve de vrienden van Robert. Eigenlijk vindt de hele klas Thomas best leuk en een aardige jongen. Samen hebben ze een hele leuke dag in Walibi World en Thomas wordt niet meer gepest door de lastpakken bij hun op school!
Super gedaan Tijn! Het is echt een leuk verhaal, ik heb wel een opmerking want als iemand iets zegt moet je volgens mij bij het begin twee hoge komma's gebruiken en aan het eind twee lage komma's. Bij het stukje dat meneer Beems uhum sorry boom
BeantwoordenVerwijderen:-) Bert voorstelt moet er een punt achter:klas. En dat zie je wel vaker, dus aan het eind van een zin, ook als iemand iets zegt een punt. Ook is het volgens mij na de komma pas een punt als iemand iets zegt. Maar dat zijn alleen maar komma's. Verder super goed gedaan, proficiat.
Hoi Tijn,
BeantwoordenVerwijderenGoed gedaan, het is een mooi verhaal en het stuk past goed bij het stuk uit het boek. Er zitten soms wat spellingsfoutjes in maar dat is niet zo erg. Het is leuk bedacht en goed geschreven. Voor de rest heb ik een beetje het zelfde als Jesse. Ga zo door!