maandag 6 maart 2017

Leesverslag Marathonloper

Algemene informatie
titel:                             Marathonloper
auteur:                        Abdelkader Benali
uitgever:                      De Arbeidspers, Amsterdam
jaar uitgave:                2007
aantal pagina’s:          164
genre:                         sport

Samenvatting
In zijn jeugd was Abdelkader Benali, de schrijver en hoofdpersoon van het boek, lid van PAC, de grootste atletiekvereniging van Rotterdam. Zijn grote voorbeeld was in die tijd Saïd Aouita, een redelijk goede hardloper.

Doordat Abdelkader ging studeren, vervaagden zijn dromen over het hardlopen. Maar ergens in zijn achterhoofd bleven ze wel altijd een beetje bestaan. Op een gegeven moment komt hij er door te fietsen en te rennen achter dat hij een duursporter is. Hij besluit alsnog de marathon van Boedapest te gaan lopen, zijn eerste marathon ooit.
Een half jaar later loopt hij ook de marathon van Rotterdam, en daar gaat dit boek over. De hoofdstuktitels van het boek zijn ‘Voor de start’ en verder ‘Kilometer 1’, ‘Kilometer 2’ tot en met ‘Kilometer 42’. Het laatste hoofdstuk heet: ‘Nog 195 meter’. Dit refereert naar het feit dat een marathon precies 42 kilometer en 195 meter lang is.
Eigenlijk is daarmee de hele inhoud van het boek al verteld. Het chronologisch vertelde verhaal over de marathon is de rode draad in het boek. Je leest continu over de gedachten en de pijn van de loper. Het boek gaat heel diep in op de gedachten van Abdelkader.  Hij denkt veel na over de geschiedenis van zijn leven, zijn relaties en de wedstrijden die hij heeft gelopen.

Het boek vertelt ook over zijn ultieme concurrent, Rodriquez. Als Abdelkader hem in het begin ten tonele voert, kun je niet opmaken of het om een fictief persoon gaat (alleen in de gedachten van de hoofdpersoon), of dat het een werkelijk persoon betreft. Later in het verhaal blijkt dat Rodriquez wel echt bestaat. Het grappige is dat Rodriquez en Abdelkader elkaar niet kennen. Het enige wat Benali weet, is dat Rodriquez vaak in zijn buurt loopt en dat hij tot nu toe altijd in het laatste stuk van hem verliest. Hierdoor is hij een perfect mikpunt voor Abdelkader.

De schrijver springt in het boek heel erg van de hak op de tak. Hierdoor raak je als lezer soms de draad kwijt en weet je niet meer waar het over gaat. Het is vaak niet duidelijk of Abdelkader een terugblik geeft op een eerder gelopen marathon, of dat hij op een andere manier terugkijkt naar eerder gelopen kilometers in de marathon van Rotterdam.

Verwachtingen
Ik zag Adelkader als docent in het televisieprogramma Dream School en hoorde over de boeken die hij geschreven had. Ik koos vervolgens voor de Marathonloper omdat ik vroeger, net als Abdelkader, ook op atletiek gezeten heb. Daar waren de lange afstanden altijd mijn favoriete onderdeel. Dit boek gaat over het lopen van een marathon en daarom dacht ik dat het boek wel leuk was. Verder had ik van tevoren weinig verwachtingen van het boek en ben ik gewoon gaan lezen.

Motieven en Thema
Het eerste motief van het boek is de marathon. Dit is eigenlijk het onderwerp waar het hele boek over gaat. Als Abdelkader over zijn levensgeschiedenis vertelt, is het net alsof alles een marathon is. Tijdsduur drukt hij bijvoorbeeld uit in het aantal kilometers en teleurstellingen in zijn leven vergelijkt hij met een slecht gelopen marathon.

Het tweede motief is pijn. Dit komt constant terug in het boek, zowel in de flashbacks als in het verhaal van de marathon in Rotterdam. Het gaat vooral over de steken en zere voeten. Hoe verder je in het verhaal komt, hoe meer deze pijnen hem tot last zijn.

Weer een steek en nog meer steken. Nee, deze steek is erger! Wandelen. Wandelen? Hoor je me? Je wilt je toch niet te barsten lopen? (bladzijde 83)

Het derde motief is competitie. Al aan het begin wordt duidelijk dat Rodriquez de grote concurrent van Abdelkader. Hij wil er alles aan doen om van hem te winnen. Deze strijd, die zich vooral in het hoofd van Abdelkader afspeelt, wordt het meest herhaald in het hele boek.

Een korte versnelling voldoet om Rodriquez in te halen en hem zelfs voorbij te lopen. Ik hoor hoe hij zich achter me in mijn rug vastzuigt. Hij weet van geen ophouden. Ik kan nu niet langzamer gaan, want ik heb er plezier in gekregen om die mug die nu in mijn rug zit een beetje op te fokken. (bladzijde 82)

Het thema van het boek is liefde voor hardlopen. Dat is de boodschap die Abdelkader wil overbrengen. Hij beschrijft alles in zijn boek zo dat je snel zijn passie voor de sport begrijpt. Zijn flashbacks gaan bijvoorbeeld over zijn grote voorbeeld Aouita en hoe hij al jong begon met hardlopen. Het lijkt alsof hij zijn hele leven heeft toegeleefd naar deze marathon.

Beoordeling
De schrijfstijl van Abdelkader is levendig en je merkt aan alles dat hij de hele marathon ook echt zelf gelopen heeft. Het citaat laat dit zien. Helaas is er wel heel erg veel herhaling in het boek, waardoor het boek ook gelijk niet meer verassend is. Over Rodriquez heb je al snel genoeg gelezen, maar in elk hoofdstuk komt hij toch weer terug.

Ik ga maar naast het asfalt lopen op het ruiterpad. Ik ben ook een paard. Kom op, in galop. Stamp stamp stamp stap overslaan stamp stamp stamp en zo komen we de tijd wel door, is het niet? (bladzijde 69)

Inhoud
De ruimte van het verhaal wordt goed beschreven. Het grootste deel van het verhaal speelt zich af tijdens de marathon van Rotterdam. Je leest over de joelende mensen langs de kant en de simpele huisjes langs de wegen. Ook in de flashbacks wordt precies beschreven in welke kamer hij zat toen hij als klein jongetje voor de televisie zat om zijn held Aouita te bewonderen.

Het vertelperspectief is vanuit de gedachten van de schrijver. Hij beschrijft de marathon, die hij zelf heeft gelopen, vanuit zijn eigen gedachten. Zo lees je hoe hij zich voelt, wat hij denkt en wat hij allemaal ziet.

Eindoordeel





Ik vond het boek over het algemeen heel saai en langdradig. Het verhaal is niet verassend, in elk hoofdstuk staat ongeveer hetzelfde. Zo lees je dus 42 keer hetzelfde, maar dan in ieder hoofdstuk net in iets andere woorden beschreven. Dit maakt het boek droog en eentonig en moeilijk om doorheen te komen. Ook de beschreven gebeurtenissen zijn vaak saai en oninteressant. Dit is wat Abdelkader zelf in zijn boek schrijft:

Wat valt en verder over de negende kilometer te vertellen? Het is een oninteressante kilometer, een niemandsland in de marathon. (bladzijde 47)

Dit zijn misschien de saaiste kilometers van de marathon. Die kilometers allemaal zo rond het eerste uur. Allemaal een kwestie van warmdraaien, steeds weer diezelfde passen maken, zoveel mogelijk op reserve lopen, geen pijn.

zondag 22 januari 2017

Leesverslag De Grot

Algemene informatie


Titel                     : De Grot
Auteur                 : Tim Krabbé
Aantal bladzijden: 181
Uitgever              : Bert Bakker, Amsterdam
Jaar van uitgave : 1997
Genre                 : spanning en avontuur, psychologisch verhaal




Samenvatting
Hoofdstuk 1: Een koffer naar Ratanak brengen
Hoofdpersoon in dit boek is de drieënveertigjarige geoloog Egon Wagter. Hij moet in Ratanak, de hoofdstad van de staat Ratanakiri in Cambodja, een koffer met heroïne overhandigen aan een voor hem onbekende koerier. De laatste tien uur voor de overhandiging probeert hij als toerist door te brengen. Hij is erg nerveus en denkt dat iedereen hem wil arresteren. Hij denkt steeds aan de Nederlandse drugssmokkelaar Doornebosch, die eerder in hetzelfde land is opgepakt en ter dood veroordeeld. Hij bezoekt zelfs de gevangenis waar Doornebosch zijn laatste uren heeft doorgebracht. Het blijkt dat hij de koffer moet afgeven aan een vrouwelijke koerier, die hij al eerder in Ratanak heeft ontmoet.

Hoofdstuk 2: Vrienden
Egon is veertien jaar en hij gaat op kamp naar La Roche in de Belgische Ardennen. Op het perron in Amsterdam leert hij kampgenoot Axel van de Graaf kennen. Ze raken bevriend. Axel is op zijn veertiende al een persoonlijkheid die bijna zonder woorden mensen dwingt dingen te doen die ze helemaal niet willen doen. Hij leeft zeer roekeloos en handelt in softdrugs. Egon laat zich snel overhalen door Axel. 
Als Egon derdejaars student geologie is, ontmoet hij Axel pas weer opnieuw. Hij treft hem geregeld in dispuuthuis De Grim. Daar wordt gedronken en drugs gedeald. 
Vooral Axel kan er wat van. Egon komt zo in het criminele leven van Axel terecht. Axel vraagt of Egon ook in drugs wil gaan handelen om zo snel veel geld te verdienen. Hij besluit dit niet te doen, breekt met Axel en maakt zijn studie geologie af. Na zijn afstuderen krijgt hij opdrachten in Zuid-Amerika. Een aantal jaren later gaat Egon als begeleider mee op een kamp in de Ardennen. Daar komt hij Axel weer tegen. Ze drinken samen koffie en vertellen elkaar over hun leven tot dan toe. Daarna gaat Egon een rondreis maken door Amerika. Daar ontmoet hij Adriënne, waar hij veertien jaar een relatie mee heeft. Egon leest in de krant over een expeditie naar Brazilië. Maar om mee te mogen, moet je veertigduizend gulden betalen. De bank wil zijn hypotheek niet verhogen. Dus moet Egon een andere manier bedenken om aan geld te komen.

Hoofdstuk 3: Oum Phen
De Nederlandse journalist Michiel Polak is in Ratanakiri vanwege de moord op twee Nederlanders. Michiel is een oude bekende van Egon. De twee Nederlanders zijn Egon Wagter en een onbekende vrouw, die met gestolen paspoort en onder een andere naam reist. Oum Phen is een bedelaar met één been. Toen hij nog in leven was, heeft Egon hem twintig dollar gegegeven voor het passen op z’n auto. Oum Phen wordt gezien als de moordenaar. Het bewijs is het twintig dollarbiljet en hij wordt ter dood veroordeeld. 
Polak onderzoekt de moord. Hij gelooft niet dat een gehandicapte man twee gezonde mensen kan vermoorden. Hij denkt dat dit geen roofmoord is, maar moord op twee drugskoeriers. Naar zijn idee heeft Ratanakari de man veroordeeld om de moord op roofmoord te laten lijken. Daarmee moet de goede verhouding tussen Ratanakari en Nederland behouden blijven. Een paar maanden daarvoor was er al een Nederlandse drugskoerier onthoofd, namelijk Doornebosch. Toch kan Polak niks doen om de onschuld van de man te bewijzen. 

Hoofdstuk 4: Marcie’s Gem
Dit hoofdstuk gaat over Marcie. Ze is op twintigjarige leeftijd naar Amerika verhuisd, daar getrouwd en heeft twee zonen gekregen. Zij heeft geen goede relatie met haar man. Dat komt door haar hobby, namelijk het verzamelen van edelstenen en mineralen. Als ze een erfenis krijgt, begint ze een eigen winkeltje. Het winkeltje, Marcie’s Gems, loopt erg slecht en gaat uiteindelijk na drie jaar failliet. Ze houdt er flinke schulden aan over. 
Op een dag is Marcie spoorloos verdwenen. Ze heeft haar man verteld dat ze naar een beurs is. Wat er gebeurd is, kom je niet te weten maar kun je wel raden. Ze is drugskoerier geworden om haar schulden te betalen. Zij was de vrouw aan wie Egon de koffer moest overhandigen en zij is samen met Egon vermoord. In haar jeugd heette Marcie eigenlijk Marjoke. In Amerika heeft ze haar naam veranderd in Marcie. Zij is de Marjoke waar Egon verliefd op was tijdens het jeugdkamp in de Ardennen.

Hoofdstuk 5: De Grot
Tenslotte gaat het weer over het kamp in de Ardennen. De jongeren gaan een grot bezichtigen en zowel Egon als Marjoke zijn erg onder de indruk. Egon en Marjoke raken aan de praat tijdens een wandeling. Ze besluiten een dam in de rivier te bouwen om de loop ervan te veranderen. Ze zijn allebei dol op stenen.


2. Verwachtingen
 Wij hadden dit boek thuis in de kast staan. Mijn moeder heeft het boek vroeger ook gelezen en dacht dat ik ‘De Grot’ wel spannend zou vinden. Daarnaast had het boek niet te veel bladzijdes. Voor een vorig verslag heb ik een boek gelezen over hetzelfde thema en dat boek vond ik best boeiend.
Ik had eigenlijk geen verwachtingen van het boek. De flaptekst geeft geen duidelijk beeld waar ‘De Grot’ over gaat. Ik ben daarom gewoon begonnen en het boek voor mijn doen snel uitgelezen.


3. Motieven en thema

Thema
Het thema van ‘De Grot’ is drugshandel. Het boek begint gelijk om uit te leggen dat Axel van de Graaf mensen makkelijk kan beïnvloeden. Hij is al jong op het criminele pad terecht gekomen. Egon en Marjoke hebben beiden geldgebrek en komen zo onder de invloed van Axel. Ze moeten als drugskoerier naar Ratanakiri en worden daar uiteindelijk vermoord.

Motieven
Het eerste motief in dit boek is beïnvloeding. De beïnvloeding van Axel komt steeds terug in het verhaal, hij krijgt altijd zijn zin. Een voorbeeld hiervan is dat Marjoke en Egon in eerste instantie geen drugskoerier willen zijn, maar toch door Axel worden overgehaald. Dit wordt in het boek door Axel zelf verteld:

‘Ik heb drie maanden in de bak gezeten,’ zei Axel. ‘Drie maanden. Een interessante tijd. Toen ik daarnaar toe ging wist ik niet hoe het zou zijn. Maar na een week wist ik nog maar één ding niet: of drie maanden genoeg zou zijn om iedereen mijn knecht te maken. En dat lukte. Ze wilden allemaal wat ik wilde dat ze wilden.

Het tweede motief is de liefde voor stenen en geologie van Egon en Marjoke. Dit is een steeds terugkerend motief in het verhaal over Egon. Je leest over zijn studie en de reizen die hij heeft gemaakt om zijn kennis te vergroten. Hij wil graag een reis maken die veertigduizend gulden kost. Hij heeft dit geld niet en wil het lenen van Axel. Het verzamelen van stenen is voor Marjoke haar grote hobby.

Aan de binnenkant van de kaft van het boekje van Marjoke zat een glimmend plakkertje van de winkel waar ze het boekje had gekocht; in La Roche, in België. Het moesten de namen zijn van de kinderen met wie ze in België was geweest, op de vakantie waarbij haar stenenliefde was begonnen, bij een bezoek aan de grot. (pagina 168)


4. Beoordeling

Schrijfstijl
Het boek heeft een opvallende opbouw met veel flashbacks. Het verhaal is niet in een chronologische tijdsvolgorde geschreven. De hoofdstukken vertellen steeds delen uit het leven van Egon en Marjoke, waardoor je al snel met veel vragen zit. Deze tijdsprongen zijn in het begin verwarrend, omdat je nog niet gelijk doorhebt waar het fragment in de tijdlijn zit. De zinsbouw is meestal goed te begrijpen en niet al te moeilijk. Tim Krabbé heeft veel komma’s tussen zinnen gezet waardoor het boek er overzichtelijk uitziet maar het leest niet altijd even prettig. Mijn woordenschat is niet goed, maar toch begreep ik bijna alle woorden uit het boek.

‘Polak liep naar hem toe, en zag een bleke, bruinige streep op de grond. Een spoor, haast niet te onderscheiden van het beton, af en toe onderbroken, soms een paar dunne lijntjes naast elkaar, dan weer één dikkere. Materie die in Wagters lichaam had gezeten, of in dat van de vrouw.’ (pagina 114)

Inhoud
Vertelperspectief
De verteller is steeds een van de personages uit het verhaal, maar deze verschilt per hoofdstuk. De hoofdstukken één, twee en vijf worden vanuit de hoofdpersoon Egon Wagter verteld. Hoofdstuk drie vanuit Michiel Polak en hoofdstuk vier vanuit Arthur, de zoon van Marjoke.

Ruimte
De ruimte waarin het verhaal zich afspeelt, heeft vooral in het begin invloed. Ratanak, de hoofdstad van Ratanakiri, is armoedig en erg chaotisch. Dit wordt goed beschreven, waardoor je je gelijk afvraagt wat een Nederlander in zo’n stad doet. De andere ruimtes hebben eigenlijk geen betekenis en worden ook slechter beschreven door Tim Krabbé.

5. Eindoordeel

Beoordelingsbalk




Ik vind het begin van het boek vooral saai en verwarrend. Het verhaal start niet gelijk in een spannende situatie, waardoor ik erg moeilijk door de eerste paar bladzijden heen kwam. Toen ik ‘De Grot’ voor de eerste keer pakte, had ik het na twee bladzijden alweer weggelegd. Tijdens een tweede poging heb ik doorgezet tot voorbij het eerste saaie deel. Het boek begint zonder introductie en ook op de flaptekst staat niet beschreven wie de personages zijn, waardoor het ook verwarrend was. Dit is de flaptekst van ‘De Grot’.
Oké, dacht hij, daar gaan we. Let goed op. Dit is hoe Egon Wagter zijn kamer verliet om naar de parkeerplaats te gaan.
Het middenstuk van het boek is vooral spannend en het lijkt een beetje op een detective. Verschillende verhaallijnen lopen door elkaar heen, maar het is nog lastig om te bedenken wat ze met elkaar te maken hebben. Zo start het verhaal met een stuk over Egon in Ratanakiri, maar in het volgende hoofdstuk is hij dertig jaar jonger en gaat hij op een vakantiekamp. Door de beschrijvingen van Tim Krabbé en deze ‘onduidelijkheden’ ga je steeds meeleven en wordt het toch een spannend verhaal.
Waar kwam dat geld vandaan? Had ze het geleend? Het moest zwart geld zijn, maar waarom zou iemand welk bedrag dan ook in iets als Marcie’s Gems willen steken? Was het drugsgeld? Maar hoe kon iemand als Marcie contacten hebben in die wereld? (pagina 160)
Het slot is erg goed bedacht. Je snapt nu ook gelijk wat alle verhaallijnen met elkaar te maken hebben. Alle puzzelstukjes uit het hele boek passen in elkaar. Helaas was na de eerste drie bladzijden van het slot al duidelijk hoe het verder ging, waardoor het toch nog vrij voorspelbaar was. Dat was verder geen probleem, omdat Tim Krabbé het wel op een leuke manier heeft geschreven.
Terugkoppeling
Ik had vooraf weinig verwachtingen bij dit boek, maar het is mij honderd procent meegevallen. Vanaf het tweede hoofdstuk was het zeker boeiend waardoor ik het boek snel heb uitgelezen. Ik wilde tijdens het lezen toch graag weten hoe en waarom Egon aan zijn einde is gekomen.

6. Lijst van gebruikte bronnen
website: www.timkrabbe.minkman.org
website: www.scholieren.com/boek/486/de-grot
website: http://educatie-en-school.infonu.nl/samenvattingen/2408-boekverslag-de-grot.html

zondag 20 november 2016

Leesgroep Sonny Boy

Deel A gezamenlijk

Verwachtingen
Onze verwachtingen over het boek Sonny Boy kwamen erg overeen. We hoopten op een spannend boek over een jongen die opgroeit in oorlogstijd. De flaptekst van het boek gaf ook de indruk dat het een boek met spanning was. Er staat zelfs geschreven:

Dan breekt de Tweede Wereldoorlog uit, en besluiten ze joden in huis te nemen – met alle consequenties van dien.

Jammer genoeg kwam er weinig spanning in het boek voor. Vooral het begin vonden we alle vier erg langdradig en het was echt doorzetten om de eerste vijftig bladzijden te lezen. Gelukkig kwam er later in het verhaal meer actie in voor en toen werd het boek ook steeds verdrietiger.

Titelverklaring
De titel van het boek is ‘Sonny Boy’. Dit is een bijnaam die Rika aan haar zoon Waldy heeft gegeven. In het boek staat niet duidelijk beschreven waarom ze voor deze naam heeft gekozen, maar de huid van Waldy is een klein beetje getint. Hierdoor lijkt het alsof hij altijd gebruind is door de zon. Deze titel sprak ons wel aan en dit heeft mede onze keuze voor dit boek bepaald.

Personages
Rika Nods is een zelfstandige en beetje opstandige vrouw. Het hele verhaal door doet ze wat ze zelf wil en denkt dat goed is. Rika is een moeder van in totaal vijf kinderen. Het hele verhaal draait om Rika, Waldemar en Waldy.

Waldemar komt uit Suriname en is de man van Rika. In Nederland werd hij vaak raar aangekeken vanwege zijn donkere huidskleur. Maar toch bekijkt hij het leven altijd positief. Waldemar wordt in het boek beschreven als gastvrij en vriendelijk. Daarnaast is hij een goede zwemmer. In Suriname zwemt hij al van jongs af aan in de rivier naast zijn huis.

Waldy is de zoon van Rika en Waldemar.  Hij aan het begin van het boek geboren, aan het einde van het verhaal is hij veertig. Hij is avontuurlijk, heeft een hekel aan school en houdt net als zijn vader van zwemmen.

Bertha, Jan, Henk en Wim zijn de andere vier kinderen van Rika. Zij was voor Waldemar getrouwd met Willem van de Lans. Samen kregen ze deze vier kinderen. Nadat Rika was weggegaan bij haar gezin, had Willem het zijn kinderen verboden nog contact te hebben met hun moeder. Rika probeerde het contact echter wel te behouden door brieven en cadeautjes naar haar kinderen te sturen. Zo wilde ze laten weten dat ze nog aan hun denkt.

Perspectief, setting en open plekken
Sonny Boy is geschreven in een personaal perspectief. Het verhaal is een biografie dus de verteller weet niet meer dan de personages in het boek. De vele brieven en persoonlijke gedachtes zijn in het ik-perspectief geschreven.

Het verhaal begint in 1923 in Suriname. Het verhaal van de jonge Waldemar wordt eerst verteld. Zijn moeder wil graag dat Waldemar gaat studeren in Nederland en zo vertrekt hij richting Den Haag. Daarna lezen we over Rika. Hoe zij is verhuisd van Goeree Overflakkee naar Den Haag en daar haar nieuwe liefde Waldemar vond. Het strand en de pier van Scheveningen werden goed beschreven. Op de voorkant is hier ook een foto van te zien. Samen krijgen ze een zoon, Waldy. In 1940 begint de oorlog en in 1943 worden Rika en Waldemar beide naar Duitsland vervoerd. Waldy gaat naar Amsterdam om verder op te groeien bij zijn oom en tante. Hij mist zijn ouders heel erg en is constant op zoek naar informatie over zijn ouders. Maar nadat ze zijn weggevoerd naar Duitsland heeft hij Rika en Waldemar nooit meer gezien.
Het verhaal heeft voor ons geen open plekken. Alles is aan het einde van het boek duidelijk beschreven.  

Oordeel met onderbouwing
Het boek vonden wij erg tegenvallen. We hadden het boek heel anders verwacht. Er kwam weinig actie en spanning in voor. Dit kwam vooral door de vele beschrijvingen en brieven over het dagelijkse leven van Rika. Dit schreef Rika aan Bertha toen het contact tussen Rika en haar oude gezin niet sterk was:

Henk ziet er prachtig uit, hoor, ik vind hem knapper geworden. Hij heeft heerlijk bij ons gegeten en gezellig theegedronken. Hij was zonder zijn neef, wat ik heel prettig vond.

Veel van deze brieven of gedachtes lijken op elkaar waardoor het verhaal erg langdradig en saai kan zijn. Later in het verhaal kwam er gelukkig wat meer tempo in en werd het ook boeiender. Vooral toen Rika en Waldemar in het concentratiekamp zaten. Aan het einde staat dit stukje geschreven:

Waldy’s ouders waren spoorloos verdwenen, samen met al die miljoenen andere mensen die nooit meer terugkeerden uit het oosten. Want gedurende het eerste jaar na afloop van de Tweede Wereldoorlog was het langzaam tot de wereld doorgedrongen dat zich in nazi-Duitsland iets onvoorstelbaars had voltrokken.

Wat we wel erg positief vinden, is dat alles zo gedetailleerd beschreven is. Hierdoor kon je je goed inbeelden hoe Rika, Waldemar en Waldy zich voelden.   


Deel B individueel

Discussie
De discussie in ons groepje verliep goed. We waren het eigenlijk altijd met elkaar eens. We hebben besloten om tussen twee toetsen in de toetsweek het boek te bespreken. Dit was misschien niet het allerbeste moment, iedereen wilde nog even voor zijn toets leren. Daardoor zijn we rustig boven aan het lijstje begonnen, maar toen we zagen dat onze toetsen bijna begonnen, hebben we de punten van perspectief, setting en open plekken een beetje afgeraffeld. De andere punten hebben we wel goed met elkaar kunnen bespreken.

Wat heb je geleerd?
Ik vind lezen niet zo leuk. Als ik een keer voor mijn plezier (moet van mijn moeder) een boek lees, dan is dat zeker geen non-fictie literatuur. Een boek moet voor mij ook vanaf het begin direct  spannend zijn, zodat ik gelijk in het verhaal kom. Anders leg ik het boek na twintig bladzijden alweer weg en raak ik het nooit meer aan. Ik heb geleerd om door te zetten met lezen, terwijl ik dit boek helemaal niet leuk vond.

Leesniveau
Sonny Boy heeft leesniveau 3. Ik kon redelijk met dit leesniveau overweg, ik snapte alle woorden en zinnen, maar ik merkte wel dat ik wat langer over dit boek deed dan normaal. Het boek heeft volle bladzijdes met kleine lettertjes waardoor het wel leek alsof ik een uur over één bladzijde deed.


Ik heb nog geen idee welk boek ik de volgende keer wil gaan lezen. Ook weet ik nog niet welk leesniveau het volgende boek zal hebben. Ik denk niet veel hoger dan dit, omdat ik dan wel erg lang over het boek ga doen. 

zaterdag 1 oktober 2016

Verwerkingsopdracht 'Why I love this book'

Latino King

Castel is de hoofdrolspeler in het boek ‘Latino King’ van Bibi Dumon Tak. Dit boek vertelt het waargebeurde levensverhaal van een jongen, die al jong ontdekt dat er met drugs veel geld te verdienen valt. Hij laat zich overhalen om drugs te gaan smokkelen vanuit de Dominicaanse Republiek. Op een dag gaat dat mis en wordt hij gearresteerd met anderhalve kilo cocaïne onder zijn kleren. Hij belandt in de beruchtste gevangenis van het Caraïbisch gebied waar enkel het recht van de sterkste geldt. Er wordt gedeald, gevochten, gegokt, gedronken en gemoord. Al snel weet Castel dat er maar één manier is om deze hel te overleven: ontsnappen. Deze korte beschrijving bevat al verschillende elementen die ervoor zorgen dat mijn stelling is: ‘Latino King verdient het om een bestseller te zijn.’ Ik beargumenteer mijn stelling met behulp van de zeventien tips van De Groene Amsterdammer.
Hungergames, Harry Potter en The Maze runner zijn voorbeelden van huidige bestsellers. Het zijn verzonnen verhalen over ontcijferingen van geheime codes en tovenaarsleerlingen. Latino King is een waargebeurd verhaal. Bibi Dumon Tak heeft Castel voor dit boek zelf geïnterviewd. Aan de hand van zijn verhalen heeft ze dit boek geschreven. Dit maakt het boek erg geloofwaardig, in tegenstelling tot de eerdergenoemde bestsellers. Het verhaal is origineel, bevat heel veel gedetailleerde beschrijvingen en geen subplots. Dat komt omdat Castel de details uit de gevangenis en de karakters van de andere gevangenen goed onthouden en verteld heeft. Het boek bevat ook een brief die hij vanuit de gevangenis aan zijn moeder schrijft. Hierin staat de moeilijke situaties waar hij iedere dag mee te maken heeft. Kortom, de setting is heel specialistisch. Door de goede beschrijvingen zie je de drukte in elke cel en de matrassen vol met poep helemaal voor je.   
De hoofdpersoon Castel is in het boek zeventien jaar. Hij is dus ongeveer van mijn leeftijd. Dat maakt hem menselijk en zorgt ervoor dat scholieren zich makkelijk met hem kunnen identificeren. De hoofdpersoon bestaat echt dus natuurlijk heeft hij gebreken. Je ziet het karakter van Castel in het boek veranderen. De jongen in de gevangenis is veel gewelddadiger en gesloten, dan dat hij eerst in Nederland was. In de gevangenis moet je voor jezelf opkomen, anders red je het niet. Castel verandert van een zachtaardige jongen naar een vechter, die er het beste van probeert te maken. Hij sluit vriendschappen en probeert te ontsnappen uit de gevangenis. Ook de andere karakters in het boek hebben door hun verblijf in de gevangenis een sterk karakter ontwikkeld. Dat is nodig om te kunnen overleven. 


Castel ontwikkelt in de gevangenis een sterk karakter. Toch blijft hij gevoelig en heeft hij te maken met veel innerlijke conflicten. Hij mist Nederland en vooral zijn moeder. Daarom schrijft hij haar wekelijks een brief. Daarnaast spelen er veel conflicten met andere gevangenen. Dit zijn allemaal personages met buitensporige karakters. De jongens leven constant op elkaars lip. In de gevangenis bestaan de gevreesde bendes die het constant tegen elkaar opnemen. Castel is lid van de bende ‘The Kings’. Latino King is de bijnaam van Castel in de gevangenis. Elke vriend of vijand in de gevangenis heeft een apart kenmerk, waar de bijnaam op gebaseerd is. Dit zijn elementen die ervoor zorgen dat je het verhaal goed kunt voorstellen. Het verhaal is echt gebeurd en toch bevat het veel onverwachte wendingen. Zoals de manier waarop Castel uiteindelijk ontsnapt uit de gevangenis. Maar ook hoe hij door middel van omkoping bijna alles kan doen om een vliegreis naar huis te boeken. Hoewel je vooraf weet dat het goed gaat komen, heeft het boek toch een onverwacht slot.


Zelf ben ik geen fanatieke lezer. Dit boek met een vrij buitensporig thema heb ik echter in korte tijd uitgelezen. Dat zegt voor mij al genoeg, ik vind het alleen daarom al een bestseller. De punten uit mijn betoog bekrachtigen dit. Latino King is een bestseller en zeker een aanrader voor andere jongeren. 

donderdag 15 september 2016

Eindopdracht Escher en De Zonnewijzer


Ik heb gekozen voor het werk ‘Vissen en schubben’ van Escher. Hij ontwierp dit werk in 1959. Op het eerste gezicht lijkt het alsof er alleen vissen staan afgebeeld, maar met een beetje fantasie zie je er nog veel meer in: een waaier, een klok, yin en yang of zelfs een monster.

Dit is de eerste reden waarom ik voor dit werk heb gekozen. De tekening roept, net als het verhaal ‘De Zonnewijzer’, gelijk veel vragen bij je op. Is Roos misschien toch vermoord? En heeft de man aan de telefoon hier misschien iets mee te maken? Bij wat voor clubje had Roos zich aangesloten? Dit zijn slechts enkele open plekken, die je je gelijk afvraagt bij het lezen van het verhaal.

De tweede reden is de droefheid die dit schilderij uitstraalt. Elke vis heeft dezelfde sombere mond en droevige blik in zijn ogen. Hiermee stellen ze de nabestaanden voor. Omdat Roos op zo’n ongelukkige manier is overleden, moet je wel treurig en verward zijn.  

De derde reden is dat het verhaal net als het schilderij chaos oproept. Het werk is ‘symmetrisch’, maar tegelijkertijd zwemmen de vissen alle kanten op. Het schilderij ziet er daardoor druk en hectisch uit. Door alle open plekken is het verhaal ook chaotisch, omdat er zoveel informatie ontbreekt. De man aan de telefoon raakt helemaal in paniek als hij het nieuws over de dood van Roos te horen krijgen. Veel mensen raken van slag als iemand die ze goed kennen plotseling op jonge leeftijd overlijdt. Ook bij de vissen herken je een verslagen uitdrukking en een vragende blik. 

vrijdag 26 augustus 2016

Leesautobiografie Tijn Wempe klas 4

Zolang ik mij kan herinneren is er bij mij thuis voorgelezen. Eerst lazen wij de boeken van `Nijntje`, alle delen van `Jip en Janneke` en boekjes over een jongetje `Tijn`. Later vond ik de boeken van `Pluk van de Petteflat` heel erg leuk. `s Avonds las mijn vader of moeder voor het slapen ook altijd een paar 1-minuut verhaaltjes voor. Van jongs af aan ben ik ook al lid van de bibliotheek. Heel veel boeken hebben wij geleend en sommige verhalen zijn wel honderd keer voorgelezen. 

Ik was vroeger niet een jongetje dat veel liedjes zong. Ik weet er ook weinig meer te herinneren. Er is wel een liedje dat mij nog is bijgebleven. Het is het eerste liedje dat ik leerde in groep 0. Wij zongen het bijna iedere dag en het ging zo: `Blij, blij, mijn hartje is zo blij, want Jezus is een vriend van mij.’ Terwijl ik achterop de fiets zat, was ik dat hard aan het zingen. Mijn moeder vond dat niet zo heel geslaagd.

Basisschool
Op de basisschool werd er in iedere groep na de pauze voorgelezen. Natuurlijk veranderde de boeken elk jaar. In groep 1 en 2 lazen wij boeken als `Rupsje-Nooit-Genoeg`, `Kikker` en `Wie heeft er op mijn hoofd gepoept?`. Thuis was dit verhaaltje van de mol ook mijn favoriet. In groep 4 werd het boek `Mathilda` voorgelezen over het slimme meisje dat alles beter wist dan de juf. Ik vond het erg grappig. De juf in groep 7 heeft boeken van Roald Dahl voorgelezen, zoals `De griezels` en de `GVR`. De meester in groep 8 hield vooral van de schrijver Rob Ruggenberg. Hij heeft de `IJsbarbaar` en `Het verraad van Waterdunen` voorgelezen. Ik vond dit hele spannende boeken, ook omdat de meester heel spannend kon voorlezen.

Toen ik in groep 3 zelf kon lezen, heb ik alle boekjes van Borre gelezen. Ik had daar een abonnement op en kreeg iedere maand 2 nieuwe boekjes met de post. Ik ging ook vaak naar de bibliotheek om nieuwe leesboeken te halen. Toch heb ik lezen nooit superleuk gevonden. In groep 6 was er een grote `leesrups` in de klas. Als iemand een leuk boek had gelezen, moest hij er een heel klein verslagje over maken en dit achter de steeds langer wordende rups plakken. Zo kwamen andere kinderen weer op ideeën voor leuke boeken. Ik heb op de basisschool heel veel boeken van `Geronimo Stilton` gelezen. Ik vond ze erg leuk en ze lazen heel makkelijk. Dat kwam ook door de opmaak met allerlei gekleurde letters en tekeningen. Andere leuke boeken vond ik de series van `Meester Jaap`, `Niek de Groot` en `Het leven van een Loser`. In groep 8 heb ik ook een aantal spannende boeken van Mirjam Mous gelezen. Hoewel lezen niet mijn hobby is, heb ik `Boy7` en `PassWord` heel snel uitgelezen. Boeken die vanaf bladzijde 1 spannend zijn, vind ik leuk. Daarnaast lees ik ook al heel veel jaren de Donald Duck. 

Voortgezet onderwijs: onderbouw
In het begin verschilde de boeken weinig van de boeken die ik op de basisschool las. Toen ik in klas één mijn eerste boekverslag moest schrijven, ging mijn keuze als snel uit naar ‘Boy 7’. Dit boek had ik in groep 8 al gelezen en ik wist dat het een spannend boek was, dat gelijk vanaf het begin al boeit. Ik vond het ook niet erg om het voor de tweede keer te lezen. Daarna ging ik vooral vertaalde boeken lezen. Ik heb alle drie de delen van ‘De Labyrintrenner’ gelezen. Maar bijvoorbeeld ook de boeken ‘Superhelden.nl’ en ‘de Test’. Deze boeken waren in het begin niet gelijk spannend dus het kostte mij wel een tijdje om door de eerste 20 bladzijdes heen te komen. Gelukkig bleek later dat de verhalen wel spannend waren. Boeken zoals ´De Grijze Jager´ en oorlogsboeken spreken mij minder aan.

Mijn houding tegenover het lezen is nauwelijks veranderd in de onderbouw. Een boek lezen is voor mij geen ontspanning en ik start nadat ik klaar ben met mijn huiswerk veel liever mijn Playstation of iPad op. Ik lees echt omdat het moet voor school. De Donald Duck lees is nog wel steeds elke week. Ik vind de verhalen erg grappig en ze duren niet zo lang. Mijn smaak is net als mijn houding niet veranderd. Een boek moet nog steeds spannend zijn en het verhaal moet mij gelijk grijpen, want anders leg ik het boek al snel weg en raak ik het daarna nooit meer aan.

Voortgezet onderwijs: nu
De boeken die ik nu lees zijn vooral voor school. Toen ik hoorde dat ik in de bovenbouw zestien boeken moet gaan lezen, schrok ik hier wel van. Ik kijk er best wel tegenop om zo´n hoeveelheid boeken de komende jaren te moeten gaan lezen. Vooral omdat het allemaal Nederlandse literatuur moet zijn en je maar drie vertaalde boeken mag lezen in de hele bovenbouw. Dat is dus lastiger kiezen. Ik heb nu het idee dat deze boeken je niet altijd vanaf het begin al meeslepen in het verhaal, waardoor ik dus echt moet volhouden om door de eerste twintig bladzijdes heen te komen. Het wordt een zware klus, maar ik hoop dat het mij met een beetje moeite toch gaat lukken. Ik ga zoveel mogelijk op zoek naar spannende boeken en moet zo ervaren welke onderwerpen mij aanspreken.   
Omdat ik niet zoveel lees, merk ik wel dat mijn woordenschat erg slecht is. Van veel woorden heb ik geen idee wat ze betekenen, omdat ik ze nooit in een boek ben tegengekomen. Het is dus wel nodig dat ik meer ga lezen om mijn woordenschat zo op peil te krijgen.

Ik denk dat ik nu op leesniveau twee zit. De boeken die ik het laatste jaar gelezen heb, sluiten daar het beste bij aan. Deze boeken hebben voor jongeren vaak herkenbare onderwerpen, zoals games. Daarnaast zijn de personages bijna allemaal van mijn eigen leeftijd. Ik realiseer me dat ik mijn leesniveau nog een beetje moet opkrikken om aan het einde van de vierde klas niveau drie te halen. Ik hoop dat ik door middel van de zes literatuurboeken mijn niveau en mijn woordenschat kan verbeteren én dat ik lezen misschien toch iets leuker ga vinden.

donderdag 31 maart 2016

Boekverslag Schuld - april 2015

Inleiding

Kort na elkaar plegen er drie meisjes van dezelfde school zelfmoord. Jij zit ook op deze school en je vindt een klein briefje tussen je schoolspullen waarop staat: ‘Jij bent de volgende’. Wat zou jij doen in deze situatie?
Toen ik hoorde dat ik een boekverslag moest maken, heb ik lang gezocht naar een goed boek om te lezen. Ik heb gekozen voor het boek ‘Schuld’ van Mel Wallis de Vries. Het boek had ik voor mijn doen best snel uit, omdat ik graag wilde weten hoe het boek zou eindigen. Ik heb voor dit boek gekozen omdat mijn zusje het gelezen had. Zij dacht dat ik dit boek ook wel leuk zou vinden. De achterkant van het boek leek mij inderdaad erg spannend. Ik houd van spannende boeken, omdat ik anders veel moeite heb om ze uit te lezen. Dit boek is vooral spannend omdat er tussen het verhaal steeds kleine stukjes staan die zijn geschreven vanuit het gezichtspunt van de moordenaar. Deze stukken verklappen natuurlijk niet wie de moordenaar is, waardoor je maar door wilt blijven lezen.

In dit leesverslag komen eerst de zakelijke gegevens en de samenvatting aan de orde. Ik geef mijn mening over het boek en heb als korte verwerkingsopdracht een nieuwsbericht gemaakt. Voor mijn lange verwerkingsopdracht heb ik een aantal dagboekfragmenten geschreven.


Zakelijke gegevens

Titel                     : Schuld
Auteur                 : Mel Wallis de Vries
Aantal bladzijden: 243
Uitgever              : De Fontein, Utrecht
Jaar van uitgave : 2015


Samenvatting

Dit boek is verdeeld in drie delen. Ieder deel gaat over één van de drie meisjes die aan het begin van het boek op een mysterieus lijstje staan. Als eerste lees je het verhaal over Kate. Daarna word je meegesleurd in het spannende deel dat Yara thuis beleeft. Als laatste gaat het boek over het verhaal van Tess, die al snel doorheeft dat er iets niet klopt.

Kate
Vrijdagavond heeft Leila, een leerling van het Spinoza College, zelfmoord gepleegd. Kate en haar twee vriendinnen, Britt en Milou, praten in de les veel over deze verschrikkelijke gebeurtenis. Als Kate in de pauze naar buiten gaat, ziet ze dat een ‘brugger’ wordt geslagen door een grote jongen uit de vierde. Ze steekt hier gelijk een stokje voor. Toen ze diezelfde middag thuiskwam, zag ze dat er een filmpje was gemaakt van haar actie om de ‘brugger’ te redden. Op Instagram blijkt dit een grote hit te zijn. Terwijl ze haar Instagram checkt, komt Luuk Staals binnen. Hij is het vriendje van Kate, waarmee ze drie maanden verkering heeft.
Als ze de volgende dag naar Luuk fietst om hem gedag te zeggen, heeft ze het gevoel dat ze wordt achtervolgd maar ze fietst gewoon stug door. Na haar bezoek bij Luuk gaat ze naar huis. Omdat Kate de dag erna een belangrijke overhoring heeft, wil ze nog de laatste puntjes op de i zetten. Tussen haar schoolboeken vindt ze een klein briefje. Hierop staat: ‘Heb je er al spijt van’? Kate denkt dat het een grapje is en heeft geen idee van wie het briefje is. Ze maakt snel haar huiswerk af en gaat daarna naar bed.
Ze krijgt de volgende dag een uitnodiging van Milou om samen met haar en Britt naar een feestje te gaan. Het feestje wordt gehouden bij een vriendin van Milou. Zij is die avond alleen thuis en mag een feestje geven van haar ouders. Ze spreken af dat ze verzamelen bij het huis van Milou, zodat ze met z’n drieën naar het feestje kunnen fietsen. Op het feest krijgt Kate ruzie met Britt. Ze hebben een groot meningsverschil waardoor ze eerder naar huis gaat. Thuis moet ze huilen en wil ze het eigenlijk gelijk weer goedmaken. Plotseling gaat de deurbel. Kate loopt naar beneden en doet open. Iemand met een masker op loopt naar binnen en gelijk spuit hij een rare vloeistof in haar arm. Hierdoor kan ze zich niet meer bewegen en voelt ze zich heel lamlendig. Ze wordt in een bad vol met warm water neergelegd. Daarna snijdt de moordenaar haar pols open….  

Yara
Yara komt op school en ziet gelijk haar beste vriendin Romee staan. Ze hebben beide al gehoord dat er weer een meisje zelfmoord heeft gepleegd. Als iemand aan Yara een foto laat zien, herkent ze Kate meteen. Die avond heeft Yara voor de zoveelste keer ruzie met haar ouders over haar huiswerk. De volgende dag heeft ze twee toetsen en als ze thuiskomt treft ze een briefje aan in haar zak. Hierop staat ‘Weet je eigenlijk wel wie je bent? Yara maakt zich in het begin niet zoveel zorgen over het briefje. De volgende ochtend vindt ze een envelop met eenzelfde briefje erin op de deurmat. Nu gaat Yara gelijk naar de politie. Die kan weinig voor haar doen. Yara wordt steeds banger omdat ze ook een derde briefje krijgt.
Van haar moeder krijgt ze de volgende dag de opdracht om een boodschap doen in de stad. Nadat ze bij de supermarkt is geweest, fietst ze via een afsnijroute naar huis. Het begint opeens heel hard te regenen en Yara probeert even te schuilen voor de regen. Als ze haar WhatsApp checkt, voelt ze opeens dat ze wordt beetgegrepen bij haar nek. Gelijk krijgt ze een spuit in haar arm gedrukt, waardoor ze zich bijna niet meer kan bewegen. Ze merkt dat ze door iemand wordt gedragen en op koude metalen rails wordt neergelegd. Het geluid van de trein is het laatste wat ze hoort…

Tess
 Als Tess in haar eentje naar school fietst, komt ze langs een spoorwegovergang. Er staan een paar mensen die de rails onderzoeken. Ze is nieuwsgierig en vraagt aan een man wat er aan de hand is. Hij antwoordt dat hier gisteravond een meisje van het Spinoza Lyceum voor de trein is gesprongen. Tess is net verhuisd naar de stad. Ze heeft nog geen vriendinnen en ze heeft weinig te doen. In haar oude stad zat ze op hockey en had veel vriendinnen, waar ze thuis nog veel mee chat. Ook Tess krijgt langzamerhand steeds meer geheimzinnige briefjes. Er zit er een tussen haar schoolspullen en twee andere briefjes liggen in een envelop op haar deurmat. Op de eerste die ze aantreft staat: ‘Jij bent de volgende’. In het begin durft ze niemand te vertellen over de briefjes, maar later gaat ze samen met haar moeder naar de politie. Zij kunnen niets voor Tess doen. Toch moet ze de politie wel op de hoogte houden als er nog meer briefjes verschijnen.
De moeder van Tess regelt een hockeytraining zodat Tess wat vriendinnen kan maken. Na deze hockeytraining rijdt ze terug naar de spoorwegovergang om naar aanwijzingen van de zelfmoord te zoeken. De volgende dag zoekt ze thuis eerst meer informatie op over de drie meisjes. Daarna gaat ze langs bij Britt en Romee om te vragen wat zij weten van de zelfmoorden. Voor allebei kwamen de zelfmoorden als een complete verrassing en ze hebben er een paar nachten niet van kunnen slapen. Als ze bij het huis van Leila aanbelt, doet haar moeder open. Tess verzint een smoesje zodat ze de kamer van Leila kan onderzoeken. Haar moeder heeft alleen een afspraak en moet snel weg. Toch mag ze de kamer van Leila bekijken. Als ze de kamer binnenstapt, wordt ze omgeduwd door een jongen die iets ouder is dan Tess. Ze krijgt een spuit in haar arm geduwd. Als ze zich bijna niet meer kan bewegen, vertelt de jongen het hele verhaal.

De ontknoping
Leila voelde zich altijd al erg eenzaam en ze had geen vriendinnen. Op school werd ze altijd gepest. Omdat ze het leven echt niet meer zag zitten, heeft ze een einde aan haar leven gemaakt. Ze liet een lijstje achter waarop zes namen stonden van meisjes die hadden gezorgd dat Leila zelfmoord heeft gepleegd. De broer van Leila, Michel, heeft dit lijstje gevonden en wilde maar een ding: Wraak! Hij wilde elk meisje op het lijstje van Leila vermoorden. Omdat hij zelf niet gepakt wilde worden, liet hij het lijken alsof de meisjes zelfmoord hadden gepleegd.
Tess kan snapt nog maar de helft van het verhaal als Michel ook Tess probeert te vermoorden. Hij loopt alleen nog heel even de kamer uit om een touw te pakken. Tess kan haar mobieltje pakken en met al haar krachten belt ze 112. De politie komt en treft haar half levend aan in de kamer van Leila. Ze wordt zo snel mogelijk naar het ziekenhuis gebracht. Michel is inmiddels allang ontsnapt. Britt en Tess worden goede vriendinnen en ze praten nog veel over deze verschrikkelijke gebeurtenis. Het boek eindigt als Michel zichzelf om het leven brengt.



Mijn mening

Mening 1:
Ten eerste vind ik het boek super spannend. Dat komt omdat je de gebeurtenissen in het boek heel slecht kan voorspellen. Wie is de moordenaar? En waarom vermoordt hij deze meisjes? Dat waren vragen die tijdens het lezen constant door mijn hoofd gingen. Het boek is verder geschreven in de ik-persoon. Het boek is hierdoor nog spannender, omdat je helemaal in de gedachten en gevoelens van de drie meisjes wordt meegesleurd.

Voorbeeld:
De rode tekst tussen de drie verhaallijnen door maken het verhaal vooral spannend. De moordenaar weet altijd op een slimme manier te ontkomen en lijkt wel overal te zijn. Door deze kleine tekstjes vertelt hij al een beetje wat hij van plan is maar nog niet hoe hij zijn plan gaat uitvoeren.

Fragment:
Ik kijk naar mijn handen. Over een paar minuten hou ik Tess hiermee vast. Zal ik het snel doen? Langzaam? Zal ik iets in haar oor fluisteren? Ze zal niet luisteren. Ze zal alleen aan zichzelf denken. Ik vouw mijn handen samen. Na een paar seconden hoor ik voetstappen. Ze komen diep vanuit het donkere, koude huis. Het gaat beginnen.

Mening 2:
Ten tweede vind ik het boek erg meelevend. Omdat het verhaal in de ik-persoon is geschreven, staat alles over de gevoelens en gedachten van de drie hoofdpersonen duidelijk in het boek vermeld. Ook de tekst, geschreven vanuit het perspectief van de moordenaar, laat je zien wat de moordenaar denkt. Als je het boek hebt gelezen, snap je best dat de drie meisjes in een verschrikkelijke situatie zaten toen ze vermoord werden

Voorbeeld:
Als de moordenaar uiteindelijk aan Tess vertelt waarom hij de zes meisjes die op zijn lijst staan, wil vermoorden. Nu leef je heel erg mee met de moordenaar. Ondertussen probeert hij Tess om het leven te brengen. Eerst verdooft hij haar met een grote spuit. In het boek staat goed omschreven hoe Tess zich voelt als ze bijna bewusteloos raakt door de spuit.

Fragment:
Mijn adem hapert en mijn hart mist een slag. Het gevoel dat er iets niet klopt is zo sterk dat ik er misselijk van word. Ik deins achteruit. Het gebeurt zo snel dat ik niet kan reageren. Ik word door iemand vastgepakt. Vingers op mijn mond en neus, een hand op mijn keel.

Mening 3:
Tenslotte vind ik het boek erg shockerend. Dat iemand zelfmoord pleegt, is natuurlijk altijd een grote schrik bij familie en vrienden. Maar als er drie meisjes van dezelfde school zichzelf om het leven brengen, is dit natuurlijk helemaal shockerend. Door hetgeen onlangs bij ons op school is gebeurd, realiseer je je nog meer hoe ingrijpend een zelfmoord is. Niet alleen voor de familie maar zeker ook voor de leerlingen en docenten op school.

Voorbeeld:
Aan het einde van het boek lees je de ervaringen van Leila. Zij heeft wel zelf besloten om zelfmoord te plegen. Dit dagboek geeft je ook een shock en laat je erg meeleven. Elk meisje op de lijst van de moordenaar heeft eraan bijgedragen dat Leila zelfmoord heeft gepleegd. Leila schrijft hier wat het allemaal met je kan doen als je je elke dag heel eenzaam voelt.

Fragment:
Ik ben opgestaan en naar buiten gelopen, langs de tafels vol pratende en lachende mensen. De tranen stroomden over mijn wangen. Iedereen keek naar me, maar niemand kwam naar me toe. Mensen wendden hun blik af, deden net alsof dat huilende meisje niet bestond. Ik heb me nog nooit zo eenzaam gevoeld.


Opvallendste fragment



Als opvallendste fragment heb ik gekozen voor bladzijde 217. Hier wordt duidelijk waarom Michel al de moorden heeft gepleegd. Je wordt in het boek de hele tijd op het verkeerde been gezet over wie de moorden heeft gepleegd en waarom ze zijn gepleegd. Dit fragment vormt de ontknoping van het boek en hiervoor wil je het boek in een ruk uitlezen.


Korte verwerkingsopdracht - nieuwsbericht


Golf zelfmoord op Amsterdamse school

Het Spinoza Lyceum in Amsterdam is opgeschrikt door een opvallende reeks zelfmoorden onder leerlingen. In korte tijd hebben drie meisjes zichzelf van het leven beroofd.

Gistermiddag maakte de school bekend dat de 16-jarige Yara woensdagavond door een trein is gegrepen. Eerder werd al bekend dat twee andere leerlingen een einde aan hun leven hadden gemaakt. `Het overlijden van de leerlingen heeft een enorme impact op onze school’, aldus de rector van het Spinoza Lyceum. Volgens de rector waren er geen signalen van pesten bekend. ‘We doen onderzoek om dat met zekerheid uit te sluiten. De ouders van de meisjes zullen ook bij dit onderzoek worden betrokken.

De ervaring bij medeleerlingen
De verslagenheid onder medeleerlingen is enorm. ‘Yara was mijn beste vriendin, ’aldus een hevig geëmotioneerde Romee Verbeek. ‘Ik heb er vannacht niet van kunnen slapen. Op de middelbare school is een stilteruimte ingericht voor de scholieren die de meisjes willen herdenken. Ook is er in alle klassen over de zelfmoorden gepraat.

Wat je kunt doen
‘Zelfmoord kan aanzetten tot zelfmoord. Jongeren zijn daar gevoelig voor, bijvoorbeeld door de druk die ze op school of in hun vriendenkring ervaren, ‘aldus een woordvoerder van het zelfmoordsteunpunt 113Online. ‘Het is belangrijk dat leerlingen over hun gevoelens blijven praten.’


Lange verwerkingsopdracht - dagboekfragmenten

Dagboek fragment uit een dagboek van Leila

Hallo Tess,

Het is gek om een brief te schrijven aan iemand die ik nog nooit heb gezien. Toch kennen we elkaar goed. Heel erg goed zelfs. We hebben elkaar op die chatsite ontmoet. We konden daar uren kletsen. Het voelde zo goed. Je vertelde hoe verdrietig je was na je verhuizing. En ik durfde eindelijk aan iemand te bekennen hoe eenzaam ik al jaren was op school. Door jou kreeg ik weer hoop. Misschien was mijn leven toch de moeite waard. Misschien was ik de moeite waard. Die middag in het café heb jij die hoop volledig de grond in geboord.
Toen ik binnenkwam was je er nog niet. Ik heb een tafeltje bij het raam uitgezocht, zodat ik je kon zien aankomen. We hadden afgesproken om allebei iets roods aan te trekken. Ik had zelfs een nieuwe rode jas gekocht. Ik wilde zo graag dat je me leuk zou vinden. Ik bestelde een cola en ik wachtte heel lang. Ik stuurde je berichtjes om te vragen waar je bleef, maar je was offline. Twee uur later begreep ik dat je niet meer van plan was om te komen.

Hi Noa en Danique,

Als er twee meisjes een brief verdienen, dan zijn jullie het wel. Sinds april zit ik bij jullie in het hockeyteam, Meisjes A6. Ik wil even een ding duidelijk maken. Het was niet mijn idee om te gaan hockeyen. Mijn ouders hadden het geregeld. Waarschijnlijk hoopten ze dat ik wat vriendinnen zou krijgen. Ik vind het vreselijk dat ik ze weer teleurgesteld heb. Soms begrijp ik niet dat ze nog van me houden. De eerste hockeytraining was al gelijk een ramp. Ik kan me de blik in jullie ogen nog heel goed herinneren toen ik het veld opliep. Jullie keken alsof ik van een andere planeet kwam. In een seconde hadden jullie de beslissing gemaakt dat ik er niet bij hoorde. Dat hebben jullie me laten weten ook. Elke training hebben jullie me genegeerd, tot groot vermaak van de rest van het team. Als ik een bal miste lachte het hele team mij uit. Ik had er wat van kunnen zeggen of bij de trainer kunnen klagen over jullie irritante en kinderachtige gedrag. Maar ik hield mijn mond. Ik had het gevoel dat het toch niks zou veranderen. De afgelopen weken ben ik niet gaan trainen. Niemand uit het team heeft gebeld om te vragen waarom ik niet meer kwam. Het zal voor jullie wel een opluchting zijn dat ik voor altijd wegblijf. 

Hoi Yara,

Ik heb jouw naam ook op het lijstje gezet. Ken jij die foto van mij nog die jij bijna aan de hele klas hebt laten zien? Iedereen vond het echt super grappig. Ik kon er alleen niet om lachen. Waarschijnlijk dacht je dat ik de foto nooit zou zien. Later is deze foto ook op Instagram geplaatst. Waarschijnlijk wisten de kinderen uit de klas niet dat ik een Instagram-account heb. Maar ik heb wel een Instagram-account (met vijftien volgers). En een of andere sukkel had mij in de reactie getagd. Daarna heb ik alle reacties gelezen. Ik voelde me hierdoor echt heel rot. Dankzij de foto die jij toen aan de klas hebt laten zien, wist ik zeker dat de hele school mij haatte. Toen ik de volgende dag op school kwam, had ik het gevoel dat iedereen mij aanstaarde. En ik wist bijna zeker dat ik iemand ‘daar heb je het fotomodel’ hoorde zeggen.    


Bronvermelding
www.melwallisdevries.nl
www.scholieren.com
www.leestafel.info