maandag 6 maart 2017

Leesverslag Marathonloper

Algemene informatie
titel:                             Marathonloper
auteur:                        Abdelkader Benali
uitgever:                      De Arbeidspers, Amsterdam
jaar uitgave:                2007
aantal pagina’s:          164
genre:                         sport

Samenvatting
In zijn jeugd was Abdelkader Benali, de schrijver en hoofdpersoon van het boek, lid van PAC, de grootste atletiekvereniging van Rotterdam. Zijn grote voorbeeld was in die tijd Saïd Aouita, een redelijk goede hardloper.

Doordat Abdelkader ging studeren, vervaagden zijn dromen over het hardlopen. Maar ergens in zijn achterhoofd bleven ze wel altijd een beetje bestaan. Op een gegeven moment komt hij er door te fietsen en te rennen achter dat hij een duursporter is. Hij besluit alsnog de marathon van Boedapest te gaan lopen, zijn eerste marathon ooit.
Een half jaar later loopt hij ook de marathon van Rotterdam, en daar gaat dit boek over. De hoofdstuktitels van het boek zijn ‘Voor de start’ en verder ‘Kilometer 1’, ‘Kilometer 2’ tot en met ‘Kilometer 42’. Het laatste hoofdstuk heet: ‘Nog 195 meter’. Dit refereert naar het feit dat een marathon precies 42 kilometer en 195 meter lang is.
Eigenlijk is daarmee de hele inhoud van het boek al verteld. Het chronologisch vertelde verhaal over de marathon is de rode draad in het boek. Je leest continu over de gedachten en de pijn van de loper. Het boek gaat heel diep in op de gedachten van Abdelkader.  Hij denkt veel na over de geschiedenis van zijn leven, zijn relaties en de wedstrijden die hij heeft gelopen.

Het boek vertelt ook over zijn ultieme concurrent, Rodriquez. Als Abdelkader hem in het begin ten tonele voert, kun je niet opmaken of het om een fictief persoon gaat (alleen in de gedachten van de hoofdpersoon), of dat het een werkelijk persoon betreft. Later in het verhaal blijkt dat Rodriquez wel echt bestaat. Het grappige is dat Rodriquez en Abdelkader elkaar niet kennen. Het enige wat Benali weet, is dat Rodriquez vaak in zijn buurt loopt en dat hij tot nu toe altijd in het laatste stuk van hem verliest. Hierdoor is hij een perfect mikpunt voor Abdelkader.

De schrijver springt in het boek heel erg van de hak op de tak. Hierdoor raak je als lezer soms de draad kwijt en weet je niet meer waar het over gaat. Het is vaak niet duidelijk of Abdelkader een terugblik geeft op een eerder gelopen marathon, of dat hij op een andere manier terugkijkt naar eerder gelopen kilometers in de marathon van Rotterdam.

Verwachtingen
Ik zag Adelkader als docent in het televisieprogramma Dream School en hoorde over de boeken die hij geschreven had. Ik koos vervolgens voor de Marathonloper omdat ik vroeger, net als Abdelkader, ook op atletiek gezeten heb. Daar waren de lange afstanden altijd mijn favoriete onderdeel. Dit boek gaat over het lopen van een marathon en daarom dacht ik dat het boek wel leuk was. Verder had ik van tevoren weinig verwachtingen van het boek en ben ik gewoon gaan lezen.

Motieven en Thema
Het eerste motief van het boek is de marathon. Dit is eigenlijk het onderwerp waar het hele boek over gaat. Als Abdelkader over zijn levensgeschiedenis vertelt, is het net alsof alles een marathon is. Tijdsduur drukt hij bijvoorbeeld uit in het aantal kilometers en teleurstellingen in zijn leven vergelijkt hij met een slecht gelopen marathon.

Het tweede motief is pijn. Dit komt constant terug in het boek, zowel in de flashbacks als in het verhaal van de marathon in Rotterdam. Het gaat vooral over de steken en zere voeten. Hoe verder je in het verhaal komt, hoe meer deze pijnen hem tot last zijn.

Weer een steek en nog meer steken. Nee, deze steek is erger! Wandelen. Wandelen? Hoor je me? Je wilt je toch niet te barsten lopen? (bladzijde 83)

Het derde motief is competitie. Al aan het begin wordt duidelijk dat Rodriquez de grote concurrent van Abdelkader. Hij wil er alles aan doen om van hem te winnen. Deze strijd, die zich vooral in het hoofd van Abdelkader afspeelt, wordt het meest herhaald in het hele boek.

Een korte versnelling voldoet om Rodriquez in te halen en hem zelfs voorbij te lopen. Ik hoor hoe hij zich achter me in mijn rug vastzuigt. Hij weet van geen ophouden. Ik kan nu niet langzamer gaan, want ik heb er plezier in gekregen om die mug die nu in mijn rug zit een beetje op te fokken. (bladzijde 82)

Het thema van het boek is liefde voor hardlopen. Dat is de boodschap die Abdelkader wil overbrengen. Hij beschrijft alles in zijn boek zo dat je snel zijn passie voor de sport begrijpt. Zijn flashbacks gaan bijvoorbeeld over zijn grote voorbeeld Aouita en hoe hij al jong begon met hardlopen. Het lijkt alsof hij zijn hele leven heeft toegeleefd naar deze marathon.

Beoordeling
De schrijfstijl van Abdelkader is levendig en je merkt aan alles dat hij de hele marathon ook echt zelf gelopen heeft. Het citaat laat dit zien. Helaas is er wel heel erg veel herhaling in het boek, waardoor het boek ook gelijk niet meer verassend is. Over Rodriquez heb je al snel genoeg gelezen, maar in elk hoofdstuk komt hij toch weer terug.

Ik ga maar naast het asfalt lopen op het ruiterpad. Ik ben ook een paard. Kom op, in galop. Stamp stamp stamp stap overslaan stamp stamp stamp en zo komen we de tijd wel door, is het niet? (bladzijde 69)

Inhoud
De ruimte van het verhaal wordt goed beschreven. Het grootste deel van het verhaal speelt zich af tijdens de marathon van Rotterdam. Je leest over de joelende mensen langs de kant en de simpele huisjes langs de wegen. Ook in de flashbacks wordt precies beschreven in welke kamer hij zat toen hij als klein jongetje voor de televisie zat om zijn held Aouita te bewonderen.

Het vertelperspectief is vanuit de gedachten van de schrijver. Hij beschrijft de marathon, die hij zelf heeft gelopen, vanuit zijn eigen gedachten. Zo lees je hoe hij zich voelt, wat hij denkt en wat hij allemaal ziet.

Eindoordeel





Ik vond het boek over het algemeen heel saai en langdradig. Het verhaal is niet verassend, in elk hoofdstuk staat ongeveer hetzelfde. Zo lees je dus 42 keer hetzelfde, maar dan in ieder hoofdstuk net in iets andere woorden beschreven. Dit maakt het boek droog en eentonig en moeilijk om doorheen te komen. Ook de beschreven gebeurtenissen zijn vaak saai en oninteressant. Dit is wat Abdelkader zelf in zijn boek schrijft:

Wat valt en verder over de negende kilometer te vertellen? Het is een oninteressante kilometer, een niemandsland in de marathon. (bladzijde 47)

Dit zijn misschien de saaiste kilometers van de marathon. Die kilometers allemaal zo rond het eerste uur. Allemaal een kwestie van warmdraaien, steeds weer diezelfde passen maken, zoveel mogelijk op reserve lopen, geen pijn.

zondag 22 januari 2017

Leesverslag De Grot

Algemene informatie


Titel                     : De Grot
Auteur                 : Tim Krabbé
Aantal bladzijden: 181
Uitgever              : Bert Bakker, Amsterdam
Jaar van uitgave : 1997
Genre                 : spanning en avontuur, psychologisch verhaal




Samenvatting
Hoofdstuk 1: Een koffer naar Ratanak brengen
Hoofdpersoon in dit boek is de drieënveertigjarige geoloog Egon Wagter. Hij moet in Ratanak, de hoofdstad van de staat Ratanakiri in Cambodja, een koffer met heroïne overhandigen aan een voor hem onbekende koerier. De laatste tien uur voor de overhandiging probeert hij als toerist door te brengen. Hij is erg nerveus en denkt dat iedereen hem wil arresteren. Hij denkt steeds aan de Nederlandse drugssmokkelaar Doornebosch, die eerder in hetzelfde land is opgepakt en ter dood veroordeeld. Hij bezoekt zelfs de gevangenis waar Doornebosch zijn laatste uren heeft doorgebracht. Het blijkt dat hij de koffer moet afgeven aan een vrouwelijke koerier, die hij al eerder in Ratanak heeft ontmoet.

Hoofdstuk 2: Vrienden
Egon is veertien jaar en hij gaat op kamp naar La Roche in de Belgische Ardennen. Op het perron in Amsterdam leert hij kampgenoot Axel van de Graaf kennen. Ze raken bevriend. Axel is op zijn veertiende al een persoonlijkheid die bijna zonder woorden mensen dwingt dingen te doen die ze helemaal niet willen doen. Hij leeft zeer roekeloos en handelt in softdrugs. Egon laat zich snel overhalen door Axel. 
Als Egon derdejaars student geologie is, ontmoet hij Axel pas weer opnieuw. Hij treft hem geregeld in dispuuthuis De Grim. Daar wordt gedronken en drugs gedeald. 
Vooral Axel kan er wat van. Egon komt zo in het criminele leven van Axel terecht. Axel vraagt of Egon ook in drugs wil gaan handelen om zo snel veel geld te verdienen. Hij besluit dit niet te doen, breekt met Axel en maakt zijn studie geologie af. Na zijn afstuderen krijgt hij opdrachten in Zuid-Amerika. Een aantal jaren later gaat Egon als begeleider mee op een kamp in de Ardennen. Daar komt hij Axel weer tegen. Ze drinken samen koffie en vertellen elkaar over hun leven tot dan toe. Daarna gaat Egon een rondreis maken door Amerika. Daar ontmoet hij Adriënne, waar hij veertien jaar een relatie mee heeft. Egon leest in de krant over een expeditie naar Brazilië. Maar om mee te mogen, moet je veertigduizend gulden betalen. De bank wil zijn hypotheek niet verhogen. Dus moet Egon een andere manier bedenken om aan geld te komen.

Hoofdstuk 3: Oum Phen
De Nederlandse journalist Michiel Polak is in Ratanakiri vanwege de moord op twee Nederlanders. Michiel is een oude bekende van Egon. De twee Nederlanders zijn Egon Wagter en een onbekende vrouw, die met gestolen paspoort en onder een andere naam reist. Oum Phen is een bedelaar met één been. Toen hij nog in leven was, heeft Egon hem twintig dollar gegegeven voor het passen op z’n auto. Oum Phen wordt gezien als de moordenaar. Het bewijs is het twintig dollarbiljet en hij wordt ter dood veroordeeld. 
Polak onderzoekt de moord. Hij gelooft niet dat een gehandicapte man twee gezonde mensen kan vermoorden. Hij denkt dat dit geen roofmoord is, maar moord op twee drugskoeriers. Naar zijn idee heeft Ratanakari de man veroordeeld om de moord op roofmoord te laten lijken. Daarmee moet de goede verhouding tussen Ratanakari en Nederland behouden blijven. Een paar maanden daarvoor was er al een Nederlandse drugskoerier onthoofd, namelijk Doornebosch. Toch kan Polak niks doen om de onschuld van de man te bewijzen. 

Hoofdstuk 4: Marcie’s Gem
Dit hoofdstuk gaat over Marcie. Ze is op twintigjarige leeftijd naar Amerika verhuisd, daar getrouwd en heeft twee zonen gekregen. Zij heeft geen goede relatie met haar man. Dat komt door haar hobby, namelijk het verzamelen van edelstenen en mineralen. Als ze een erfenis krijgt, begint ze een eigen winkeltje. Het winkeltje, Marcie’s Gems, loopt erg slecht en gaat uiteindelijk na drie jaar failliet. Ze houdt er flinke schulden aan over. 
Op een dag is Marcie spoorloos verdwenen. Ze heeft haar man verteld dat ze naar een beurs is. Wat er gebeurd is, kom je niet te weten maar kun je wel raden. Ze is drugskoerier geworden om haar schulden te betalen. Zij was de vrouw aan wie Egon de koffer moest overhandigen en zij is samen met Egon vermoord. In haar jeugd heette Marcie eigenlijk Marjoke. In Amerika heeft ze haar naam veranderd in Marcie. Zij is de Marjoke waar Egon verliefd op was tijdens het jeugdkamp in de Ardennen.

Hoofdstuk 5: De Grot
Tenslotte gaat het weer over het kamp in de Ardennen. De jongeren gaan een grot bezichtigen en zowel Egon als Marjoke zijn erg onder de indruk. Egon en Marjoke raken aan de praat tijdens een wandeling. Ze besluiten een dam in de rivier te bouwen om de loop ervan te veranderen. Ze zijn allebei dol op stenen.


2. Verwachtingen
 Wij hadden dit boek thuis in de kast staan. Mijn moeder heeft het boek vroeger ook gelezen en dacht dat ik ‘De Grot’ wel spannend zou vinden. Daarnaast had het boek niet te veel bladzijdes. Voor een vorig verslag heb ik een boek gelezen over hetzelfde thema en dat boek vond ik best boeiend.
Ik had eigenlijk geen verwachtingen van het boek. De flaptekst geeft geen duidelijk beeld waar ‘De Grot’ over gaat. Ik ben daarom gewoon begonnen en het boek voor mijn doen snel uitgelezen.


3. Motieven en thema

Thema
Het thema van ‘De Grot’ is drugshandel. Het boek begint gelijk om uit te leggen dat Axel van de Graaf mensen makkelijk kan beïnvloeden. Hij is al jong op het criminele pad terecht gekomen. Egon en Marjoke hebben beiden geldgebrek en komen zo onder de invloed van Axel. Ze moeten als drugskoerier naar Ratanakiri en worden daar uiteindelijk vermoord.

Motieven
Het eerste motief in dit boek is beïnvloeding. De beïnvloeding van Axel komt steeds terug in het verhaal, hij krijgt altijd zijn zin. Een voorbeeld hiervan is dat Marjoke en Egon in eerste instantie geen drugskoerier willen zijn, maar toch door Axel worden overgehaald. Dit wordt in het boek door Axel zelf verteld:

‘Ik heb drie maanden in de bak gezeten,’ zei Axel. ‘Drie maanden. Een interessante tijd. Toen ik daarnaar toe ging wist ik niet hoe het zou zijn. Maar na een week wist ik nog maar één ding niet: of drie maanden genoeg zou zijn om iedereen mijn knecht te maken. En dat lukte. Ze wilden allemaal wat ik wilde dat ze wilden.

Het tweede motief is de liefde voor stenen en geologie van Egon en Marjoke. Dit is een steeds terugkerend motief in het verhaal over Egon. Je leest over zijn studie en de reizen die hij heeft gemaakt om zijn kennis te vergroten. Hij wil graag een reis maken die veertigduizend gulden kost. Hij heeft dit geld niet en wil het lenen van Axel. Het verzamelen van stenen is voor Marjoke haar grote hobby.

Aan de binnenkant van de kaft van het boekje van Marjoke zat een glimmend plakkertje van de winkel waar ze het boekje had gekocht; in La Roche, in België. Het moesten de namen zijn van de kinderen met wie ze in België was geweest, op de vakantie waarbij haar stenenliefde was begonnen, bij een bezoek aan de grot. (pagina 168)


4. Beoordeling

Schrijfstijl
Het boek heeft een opvallende opbouw met veel flashbacks. Het verhaal is niet in een chronologische tijdsvolgorde geschreven. De hoofdstukken vertellen steeds delen uit het leven van Egon en Marjoke, waardoor je al snel met veel vragen zit. Deze tijdsprongen zijn in het begin verwarrend, omdat je nog niet gelijk doorhebt waar het fragment in de tijdlijn zit. De zinsbouw is meestal goed te begrijpen en niet al te moeilijk. Tim Krabbé heeft veel komma’s tussen zinnen gezet waardoor het boek er overzichtelijk uitziet maar het leest niet altijd even prettig. Mijn woordenschat is niet goed, maar toch begreep ik bijna alle woorden uit het boek.

‘Polak liep naar hem toe, en zag een bleke, bruinige streep op de grond. Een spoor, haast niet te onderscheiden van het beton, af en toe onderbroken, soms een paar dunne lijntjes naast elkaar, dan weer één dikkere. Materie die in Wagters lichaam had gezeten, of in dat van de vrouw.’ (pagina 114)

Inhoud
Vertelperspectief
De verteller is steeds een van de personages uit het verhaal, maar deze verschilt per hoofdstuk. De hoofdstukken één, twee en vijf worden vanuit de hoofdpersoon Egon Wagter verteld. Hoofdstuk drie vanuit Michiel Polak en hoofdstuk vier vanuit Arthur, de zoon van Marjoke.

Ruimte
De ruimte waarin het verhaal zich afspeelt, heeft vooral in het begin invloed. Ratanak, de hoofdstad van Ratanakiri, is armoedig en erg chaotisch. Dit wordt goed beschreven, waardoor je je gelijk afvraagt wat een Nederlander in zo’n stad doet. De andere ruimtes hebben eigenlijk geen betekenis en worden ook slechter beschreven door Tim Krabbé.

5. Eindoordeel

Beoordelingsbalk




Ik vind het begin van het boek vooral saai en verwarrend. Het verhaal start niet gelijk in een spannende situatie, waardoor ik erg moeilijk door de eerste paar bladzijden heen kwam. Toen ik ‘De Grot’ voor de eerste keer pakte, had ik het na twee bladzijden alweer weggelegd. Tijdens een tweede poging heb ik doorgezet tot voorbij het eerste saaie deel. Het boek begint zonder introductie en ook op de flaptekst staat niet beschreven wie de personages zijn, waardoor het ook verwarrend was. Dit is de flaptekst van ‘De Grot’.
Oké, dacht hij, daar gaan we. Let goed op. Dit is hoe Egon Wagter zijn kamer verliet om naar de parkeerplaats te gaan.
Het middenstuk van het boek is vooral spannend en het lijkt een beetje op een detective. Verschillende verhaallijnen lopen door elkaar heen, maar het is nog lastig om te bedenken wat ze met elkaar te maken hebben. Zo start het verhaal met een stuk over Egon in Ratanakiri, maar in het volgende hoofdstuk is hij dertig jaar jonger en gaat hij op een vakantiekamp. Door de beschrijvingen van Tim Krabbé en deze ‘onduidelijkheden’ ga je steeds meeleven en wordt het toch een spannend verhaal.
Waar kwam dat geld vandaan? Had ze het geleend? Het moest zwart geld zijn, maar waarom zou iemand welk bedrag dan ook in iets als Marcie’s Gems willen steken? Was het drugsgeld? Maar hoe kon iemand als Marcie contacten hebben in die wereld? (pagina 160)
Het slot is erg goed bedacht. Je snapt nu ook gelijk wat alle verhaallijnen met elkaar te maken hebben. Alle puzzelstukjes uit het hele boek passen in elkaar. Helaas was na de eerste drie bladzijden van het slot al duidelijk hoe het verder ging, waardoor het toch nog vrij voorspelbaar was. Dat was verder geen probleem, omdat Tim Krabbé het wel op een leuke manier heeft geschreven.
Terugkoppeling
Ik had vooraf weinig verwachtingen bij dit boek, maar het is mij honderd procent meegevallen. Vanaf het tweede hoofdstuk was het zeker boeiend waardoor ik het boek snel heb uitgelezen. Ik wilde tijdens het lezen toch graag weten hoe en waarom Egon aan zijn einde is gekomen.

6. Lijst van gebruikte bronnen
website: www.timkrabbe.minkman.org
website: www.scholieren.com/boek/486/de-grot
website: http://educatie-en-school.infonu.nl/samenvattingen/2408-boekverslag-de-grot.html