Zolang
ik mij kan herinneren is er bij mij thuis voorgelezen. Eerst lazen wij de
boeken van `Nijntje`, alle delen van `Jip en Janneke` en boekjes over een
jongetje `Tijn`. Later vond ik de boeken van `Pluk van de Petteflat` heel erg
leuk. `s Avonds las mijn vader of moeder voor het slapen ook altijd een paar
1-minuut verhaaltjes voor. Van jongs af aan ben ik ook al lid van de
bibliotheek. Heel veel boeken hebben wij geleend en sommige verhalen zijn wel honderd
keer voorgelezen.
Ik was vroeger niet een jongetje dat veel liedjes zong. Ik weet er ook weinig meer te herinneren. Er is wel een liedje dat mij nog is bijgebleven. Het is het eerste liedje dat ik leerde in groep 0. Wij zongen het bijna iedere dag en het ging zo: `Blij, blij, mijn hartje is zo blij, want Jezus is een vriend van mij.’ Terwijl ik achterop de fiets zat, was ik dat hard aan het zingen. Mijn moeder vond dat niet zo heel geslaagd.
Basisschool
Ik was vroeger niet een jongetje dat veel liedjes zong. Ik weet er ook weinig meer te herinneren. Er is wel een liedje dat mij nog is bijgebleven. Het is het eerste liedje dat ik leerde in groep 0. Wij zongen het bijna iedere dag en het ging zo: `Blij, blij, mijn hartje is zo blij, want Jezus is een vriend van mij.’ Terwijl ik achterop de fiets zat, was ik dat hard aan het zingen. Mijn moeder vond dat niet zo heel geslaagd.
Basisschool
Op de
basisschool werd er in iedere groep na de pauze voorgelezen. Natuurlijk
veranderde de boeken elk jaar. In groep 1 en 2 lazen wij boeken als
`Rupsje-Nooit-Genoeg`, `Kikker` en `Wie heeft er op mijn hoofd gepoept?`. Thuis
was dit verhaaltje van de mol ook mijn favoriet. In groep 4 werd het boek
`Mathilda` voorgelezen over het slimme meisje dat alles beter wist dan de juf.
Ik vond het erg grappig. De juf in groep 7 heeft boeken van Roald Dahl
voorgelezen, zoals `De griezels` en de `GVR`. De meester in groep 8 hield
vooral van de schrijver Rob Ruggenberg. Hij heeft de `IJsbarbaar` en `Het
verraad van Waterdunen` voorgelezen. Ik vond dit hele spannende boeken, ook
omdat de meester heel spannend kon voorlezen.
Toen
ik in groep 3 zelf kon lezen, heb ik alle boekjes van Borre gelezen. Ik had
daar een abonnement op en kreeg iedere maand 2 nieuwe boekjes met de post. Ik
ging ook vaak naar de bibliotheek om nieuwe leesboeken te halen. Toch heb ik
lezen nooit superleuk gevonden. In groep 6 was er een grote `leesrups` in de
klas. Als iemand een leuk boek had gelezen, moest hij er een heel klein
verslagje over maken en dit achter de steeds langer wordende rups plakken. Zo
kwamen andere kinderen weer op ideeën voor leuke boeken. Ik heb op de
basisschool heel veel boeken van `Geronimo Stilton` gelezen. Ik vond ze erg
leuk en ze lazen heel makkelijk. Dat kwam ook door de opmaak met allerlei
gekleurde letters en tekeningen. Andere leuke boeken vond ik de series van
`Meester Jaap`, `Niek de Groot` en `Het leven van een Loser`. In groep 8 heb ik
ook een aantal spannende boeken van Mirjam Mous gelezen. Hoewel lezen niet
mijn hobby is, heb ik `Boy7` en `PassWord` heel snel uitgelezen. Boeken die
vanaf bladzijde 1 spannend zijn, vind ik leuk. Daarnaast lees ik ook al heel
veel jaren de Donald Duck.
Voortgezet onderwijs: onderbouw
In
het begin verschilde de boeken weinig van de boeken die ik op de basisschool
las. Toen ik in klas één mijn eerste boekverslag moest schrijven, ging mijn keuze
als snel uit naar ‘Boy 7’. Dit boek had ik in groep 8 al gelezen en ik wist dat
het een spannend boek was, dat gelijk vanaf het begin al boeit. Ik vond het ook
niet erg om het voor de tweede keer te lezen. Daarna ging ik vooral vertaalde
boeken lezen. Ik heb alle drie de delen van ‘De Labyrintrenner’ gelezen. Maar
bijvoorbeeld ook de boeken ‘Superhelden.nl’ en ‘de Test’. Deze boeken waren in
het begin niet gelijk spannend dus het kostte mij wel een tijdje om door de eerste
20 bladzijdes heen te komen. Gelukkig bleek later dat de verhalen wel spannend
waren. Boeken zoals ´De Grijze Jager´ en oorlogsboeken spreken mij minder aan.
Mijn
houding tegenover het lezen is nauwelijks veranderd in de onderbouw. Een boek
lezen is voor mij geen ontspanning en ik start nadat ik klaar ben met mijn
huiswerk veel liever mijn Playstation of iPad op. Ik lees echt omdat het moet
voor school. De Donald Duck lees is nog wel steeds elke week. Ik vind de
verhalen erg grappig en ze duren niet zo lang. Mijn smaak is net als mijn
houding niet veranderd. Een boek moet nog steeds spannend zijn en het verhaal
moet mij gelijk grijpen, want anders leg ik het boek al snel weg en raak ik het
daarna nooit meer aan.
Voortgezet onderwijs: nu
De
boeken die ik nu lees zijn vooral voor school. Toen ik hoorde dat ik in de
bovenbouw zestien boeken moet gaan lezen, schrok ik hier wel van. Ik kijk er
best wel tegenop om zo´n hoeveelheid boeken de komende jaren te moeten gaan lezen.
Vooral omdat het allemaal Nederlandse literatuur moet zijn en je maar drie
vertaalde boeken mag lezen in de hele bovenbouw. Dat is dus lastiger kiezen. Ik
heb nu het idee dat deze boeken je niet altijd vanaf het begin al meeslepen in
het verhaal, waardoor ik dus echt moet volhouden om door de eerste twintig
bladzijdes heen te komen. Het wordt een zware klus, maar ik hoop dat het mij
met een beetje moeite toch gaat lukken. Ik ga zoveel mogelijk op zoek naar
spannende boeken en moet zo ervaren welke onderwerpen mij aanspreken.
Omdat ik niet zoveel lees, merk ik wel dat mijn woordenschat erg slecht is. Van veel woorden heb ik geen idee wat ze betekenen, omdat ik ze nooit in een boek ben tegengekomen. Het is dus wel nodig dat ik meer ga lezen om mijn woordenschat zo op peil te krijgen.
Omdat ik niet zoveel lees, merk ik wel dat mijn woordenschat erg slecht is. Van veel woorden heb ik geen idee wat ze betekenen, omdat ik ze nooit in een boek ben tegengekomen. Het is dus wel nodig dat ik meer ga lezen om mijn woordenschat zo op peil te krijgen.
Ik
denk dat ik nu op leesniveau twee zit. De boeken die ik het laatste jaar
gelezen heb, sluiten daar het beste bij aan. Deze boeken hebben voor jongeren
vaak herkenbare onderwerpen, zoals games. Daarnaast zijn de personages bijna
allemaal van mijn eigen leeftijd. Ik realiseer me dat ik mijn leesniveau nog
een beetje moet opkrikken om aan het einde van de vierde klas niveau drie te
halen. Ik hoop dat ik door middel van de zes literatuurboeken mijn niveau en mijn
woordenschat kan verbeteren én dat ik lezen misschien toch iets leuker ga
vinden.