vrijdag 26 augustus 2016

Leesautobiografie Tijn Wempe klas 4

Zolang ik mij kan herinneren is er bij mij thuis voorgelezen. Eerst lazen wij de boeken van `Nijntje`, alle delen van `Jip en Janneke` en boekjes over een jongetje `Tijn`. Later vond ik de boeken van `Pluk van de Petteflat` heel erg leuk. `s Avonds las mijn vader of moeder voor het slapen ook altijd een paar 1-minuut verhaaltjes voor. Van jongs af aan ben ik ook al lid van de bibliotheek. Heel veel boeken hebben wij geleend en sommige verhalen zijn wel honderd keer voorgelezen. 

Ik was vroeger niet een jongetje dat veel liedjes zong. Ik weet er ook weinig meer te herinneren. Er is wel een liedje dat mij nog is bijgebleven. Het is het eerste liedje dat ik leerde in groep 0. Wij zongen het bijna iedere dag en het ging zo: `Blij, blij, mijn hartje is zo blij, want Jezus is een vriend van mij.’ Terwijl ik achterop de fiets zat, was ik dat hard aan het zingen. Mijn moeder vond dat niet zo heel geslaagd.

Basisschool
Op de basisschool werd er in iedere groep na de pauze voorgelezen. Natuurlijk veranderde de boeken elk jaar. In groep 1 en 2 lazen wij boeken als `Rupsje-Nooit-Genoeg`, `Kikker` en `Wie heeft er op mijn hoofd gepoept?`. Thuis was dit verhaaltje van de mol ook mijn favoriet. In groep 4 werd het boek `Mathilda` voorgelezen over het slimme meisje dat alles beter wist dan de juf. Ik vond het erg grappig. De juf in groep 7 heeft boeken van Roald Dahl voorgelezen, zoals `De griezels` en de `GVR`. De meester in groep 8 hield vooral van de schrijver Rob Ruggenberg. Hij heeft de `IJsbarbaar` en `Het verraad van Waterdunen` voorgelezen. Ik vond dit hele spannende boeken, ook omdat de meester heel spannend kon voorlezen.

Toen ik in groep 3 zelf kon lezen, heb ik alle boekjes van Borre gelezen. Ik had daar een abonnement op en kreeg iedere maand 2 nieuwe boekjes met de post. Ik ging ook vaak naar de bibliotheek om nieuwe leesboeken te halen. Toch heb ik lezen nooit superleuk gevonden. In groep 6 was er een grote `leesrups` in de klas. Als iemand een leuk boek had gelezen, moest hij er een heel klein verslagje over maken en dit achter de steeds langer wordende rups plakken. Zo kwamen andere kinderen weer op ideeën voor leuke boeken. Ik heb op de basisschool heel veel boeken van `Geronimo Stilton` gelezen. Ik vond ze erg leuk en ze lazen heel makkelijk. Dat kwam ook door de opmaak met allerlei gekleurde letters en tekeningen. Andere leuke boeken vond ik de series van `Meester Jaap`, `Niek de Groot` en `Het leven van een Loser`. In groep 8 heb ik ook een aantal spannende boeken van Mirjam Mous gelezen. Hoewel lezen niet mijn hobby is, heb ik `Boy7` en `PassWord` heel snel uitgelezen. Boeken die vanaf bladzijde 1 spannend zijn, vind ik leuk. Daarnaast lees ik ook al heel veel jaren de Donald Duck. 

Voortgezet onderwijs: onderbouw
In het begin verschilde de boeken weinig van de boeken die ik op de basisschool las. Toen ik in klas één mijn eerste boekverslag moest schrijven, ging mijn keuze als snel uit naar ‘Boy 7’. Dit boek had ik in groep 8 al gelezen en ik wist dat het een spannend boek was, dat gelijk vanaf het begin al boeit. Ik vond het ook niet erg om het voor de tweede keer te lezen. Daarna ging ik vooral vertaalde boeken lezen. Ik heb alle drie de delen van ‘De Labyrintrenner’ gelezen. Maar bijvoorbeeld ook de boeken ‘Superhelden.nl’ en ‘de Test’. Deze boeken waren in het begin niet gelijk spannend dus het kostte mij wel een tijdje om door de eerste 20 bladzijdes heen te komen. Gelukkig bleek later dat de verhalen wel spannend waren. Boeken zoals ´De Grijze Jager´ en oorlogsboeken spreken mij minder aan.

Mijn houding tegenover het lezen is nauwelijks veranderd in de onderbouw. Een boek lezen is voor mij geen ontspanning en ik start nadat ik klaar ben met mijn huiswerk veel liever mijn Playstation of iPad op. Ik lees echt omdat het moet voor school. De Donald Duck lees is nog wel steeds elke week. Ik vind de verhalen erg grappig en ze duren niet zo lang. Mijn smaak is net als mijn houding niet veranderd. Een boek moet nog steeds spannend zijn en het verhaal moet mij gelijk grijpen, want anders leg ik het boek al snel weg en raak ik het daarna nooit meer aan.

Voortgezet onderwijs: nu
De boeken die ik nu lees zijn vooral voor school. Toen ik hoorde dat ik in de bovenbouw zestien boeken moet gaan lezen, schrok ik hier wel van. Ik kijk er best wel tegenop om zo´n hoeveelheid boeken de komende jaren te moeten gaan lezen. Vooral omdat het allemaal Nederlandse literatuur moet zijn en je maar drie vertaalde boeken mag lezen in de hele bovenbouw. Dat is dus lastiger kiezen. Ik heb nu het idee dat deze boeken je niet altijd vanaf het begin al meeslepen in het verhaal, waardoor ik dus echt moet volhouden om door de eerste twintig bladzijdes heen te komen. Het wordt een zware klus, maar ik hoop dat het mij met een beetje moeite toch gaat lukken. Ik ga zoveel mogelijk op zoek naar spannende boeken en moet zo ervaren welke onderwerpen mij aanspreken.   
Omdat ik niet zoveel lees, merk ik wel dat mijn woordenschat erg slecht is. Van veel woorden heb ik geen idee wat ze betekenen, omdat ik ze nooit in een boek ben tegengekomen. Het is dus wel nodig dat ik meer ga lezen om mijn woordenschat zo op peil te krijgen.

Ik denk dat ik nu op leesniveau twee zit. De boeken die ik het laatste jaar gelezen heb, sluiten daar het beste bij aan. Deze boeken hebben voor jongeren vaak herkenbare onderwerpen, zoals games. Daarnaast zijn de personages bijna allemaal van mijn eigen leeftijd. Ik realiseer me dat ik mijn leesniveau nog een beetje moet opkrikken om aan het einde van de vierde klas niveau drie te halen. Ik hoop dat ik door middel van de zes literatuurboeken mijn niveau en mijn woordenschat kan verbeteren én dat ik lezen misschien toch iets leuker ga vinden.